Mijn rugpijn wortelde in mijn voet
Geschreven door Toine de Graaf in 2000 voor het blad Gezondheidsnieuws.
„Mijn rugpijn wortelde in mijn voet!”
Journalist Toine de Graaf (38) liep al jaren rond met knie- en rugpijn. Uiteindelijk heeft hij de stap genomen om naar een podo-posturaal-therapeut te gaan. Deze pakt knie-, rug- of nekklachten aan met inlegzolen, die de lichaamshouding moeten verbeteren. Over zijn ervaring schreef Toine dit verslag.
‘Een betere houding door corrigerende zolen,’ meldt de folder van Podocentrum Alkmaar. Hierdoor aangemoedigd betreed ik de spreekkamer van podo-posturaal-therapeut Martin Koelman . Als ik goed en wel zit, zet hij me meteen met beide voeten op de grond. Niet letterlijk, maar figuurlijk. „Mensen komen hier met allerlei verhalen,” vertelt hij. „Zo van: ‘Mijn buurvrouw had tien jaar rugpijn, ze kreeg nieuwe zolen en was van haar klachten af.’ Maar zo werkt het niet. Ten eerste is het afwachten of ik wat zie aan je houding. En als ik iets zie en ik maak daarvoor zolen, is het nog maar de vraag of het gaat werken. Wat ik doe, is de logica zoeken tussen houding en klacht. En is die logica niet aanwezig, dan zijn we snel klaar.”
Eerst naar de houding kijken
„Zo meteen mag je in je onderbroek gaan staan,” vervolgt Martin zijn uitleg. „Dan kijk ik naar de stand van je voeten, enkels, knieën, heupen, bekken, wervelkolom, nek en schouders. Als ik vind dat alles rechtstaat, kan ik niks voor je doen. Als ik een bepaalde scheefstand constateer die te maken kan hebben met je klachtenpatroon, dan corrigeer ik die scheefstand. Daarbij hoop ik dat naarmate je rechter komt te staan, er minder klachten optreden. Dat doe ik door middel van ‘neuroreflectoire’ of ‘proprioceptieve’ zolen. Dit zijn zolen waarop millimeterdunne stukjes kurk zijn verwerkt. Daarmee probeer ik via de voet je houding te corrigeren. Ik lijn het lichaam als het ware uit.”
Martin legt uit dat er een verschil is met podotherapeutische en podologische zolen. „Onze zolen zijn over het algemeen dunner. Podo-posturaal-therapeuten maken vooral gebruik van spierprikkels en werken minder ‘mechanisch’. Een prikkeling van een spier veroorzaakt een aanspanning. Deze verandert de totale houdingsspierketen. Een prikkeling van een pees zorgt ervoor dat de spier ontspant. De ‘zenuwapparaatjes’ in spieren en pezen krijgen daardoor informatie en zullen de spier anders laten aanspannen. En dat is dus iets anders dan een mechanische verhoging aanmeten om iemand passief recht te zetten.”
Ene been korter dan het andere
Het is tijd voor een inleidend gesprek over de klachten. Ik vertel waarvoor ik kom: pijn aan mijn linkerknie en lage rugklachten. Martin vraagt uitgebreid door. Hoe lang bestaan de klachten? Wanneer treden ze vooral op? En waar zijn ze precies te lokaliseren?
Mijn knieklachten bestaan sinds een verkeersongeval uit 1991. Bij dit ongeluk liep ik onder andere een gecompliceerde beenbreuk op aan mijn linkeronderbeen. Het uiteindelijke resultaat: een standsafwijking van mijn linkerenkel, waardoor mijn voet wat naar binnen staat, en een beenlengteverschil. De pijn zit linksvoor aan mijn knie. De lage rugklachten bevinden zich in het midden van mijn rug. Deze klachten lijken vooral op te spelen wanneer ik vermoeid ben.
Na dit gesprek verdwijn ik achter het kamerscherm. Daarna bekijkt Martin mijn lichaam uitvoerig van vier kanten: achterkant, zijkanten en voorkant. Hij constateert, zoals te verwachten, een ‘valgusstand’ van mijn linkerenkel. Mijn bekken staat daardoor links wat lager dan rechts. Deze scheefstand lijk ik te compenseren in mijn linkerschouder, die wat hoger staat dan mijn rechterschouder. De hogere linkerschouder veroorzaakt weer een scheefstand van mijn nek. Naast deze zijwaartse kromming ziet hij ook nog een voor-achterwaartse kromming van mijn wervelkolom (bolle bovenrug), die waarschijnlijk deels het gevolg is van een verkeerde werkhouding.
Na het onderzoek gunt Martin me een eerste blik op zijn strategie. „Je rechterbeen kunnen we niet korter maken, maar je linkerbeen wel langer. Ik wil je dwingen meer op de buitenkant van je linkervoet te gaan lopen en te staan. Daardoor wordt je linkerbeen langer. Dit kan waarschijnlijk met behulp van een proprioceptieve zool. Maar het kan ook zijn dat de standsafwijking zo groot is, dat ik het op die manier niet red. Dan moet ik de zool verhogen.”
Flinterdunne stukjes kurk
Na dit gesprek en onderzoek volgt het spannendste onderdeel van de hele sessie. Uit de praktijkfolder weet ik wat me te wachten staat. Martin zal millimeterdunne stukjes kurk onder mijn voetzolen aanbrengen, terwijl ik op een voetspiegel (‘podoscoop’) sta. ‘Deze kurkelementjes’, zo leert de folder, ‘hebben een vrijwel onmiddellijke inwerking op de voet- en houdingsspieren, waardoor de lichaamshouding direct verandert.’
Voordat hij het eerste elementje onder mijn voet schuift, ontvouwt Martin zijn gedachtegang: „Ik ga je proberen in balans te zetten. Ik wil je linkerenkel corrigeren, in de hoop dat daardoor je bekken gecorrigeerd wordt en daarmee ook je wervelkolom en je nek.”
Zonder kurkelementjes kan ik mijn nek minder ver naar links draaien dan naar rechts. Als Martin een stukje kurk met een dikte van twee millimeter onder het achterste deel van mijn linkervoet schuift, is deze bewegingsbeperking grotendeels opgeheven. Met een stukje van vier millimeter kan mijn nek nog verder naar links. De huisfolder heeft niets te veel beloofd.
Wanneer de millimeterdunne elementjes weer worden weggehaald, voelt het alsof ik in een groot gat stap. „Voor mij is het één brok logica: je bewegingsbeperkingen, je houding en je voorgeschiedenis,” zegt Martin. „Het enige wat ik doe, is kijken naar de logica.”
Anders misschien een hernia
Van de podoscoop kan ik in één keer doorlopen naar de podograaf, voor het maken van twee afdrukken (‘blauwdrukken’) van mijn voetzolen. In de slijpruimte vertelt Martin dat hij kiest voor een opbouwsysteem. „Door een kurkelement van twee millimeter verbetert de rotatie van je nek. Bij vier millimeter kom je nog verder. Maar een stap van nul naar vier millimeter vind ik te groot. Je kunt dan enorm veel spierpijn krijgen. Met een verhoging van twee millimeter is je bekken redelijk gecorrigeerd. En dit geldt ook voor je schouder. Ik ga nu zooltjes maken waar je een paar maanden op gaat lopen. Voor de linkerzool ga ik uit van een verhoging van twee millimeter. Daar moet je geen wonderen van verwachten. Dat zooltje moet je zien als eerste stap op weg naar het zooltje dat bij je hoort. Ook met dit zooltje kun je spierpijn verwachten. Als ik je kan uitstrekken en de zijwaarts-kromming kan weghalen, bereiken we ons doel. Ik doe dat in eerste instantie niet passief, maar prikkelend. Ik laat je lichaam er zelf mee aan de gang gaan.”
Terwijl Martin zijn voorbereidingen treft, raap ik de moed bij elkaar om te vragen welk toekomstbeeld me nu bespaard blijft. „Dat is moeilijk te zeggen,” luidt zijn antwoord. „Maar door deze behandeling probeer ik ergere rugpijn of zelfs een hernia op latere leeftijd te voorkomen. Daarnaast verwacht ik dat je na verloop van tijd meer energie zult overhouden voor andere dingen, omdat je minder energie nodig zult hebben om de scheefstand te compenseren.”
Twee halve zolen
Op de blauwdrukken tekent Martin de elementen af, waarna hij aan de slag gaat met kurk en lijm. En niet te vergeten: de slijpmachine. „Dit zijn redelijk eenvoudige zooltjes om te maken. Ik probeer via een verhoging onder de voorvoet onder andere het bekken te kantelen, zodat je je uitstrekt. Ik doe er een extra verhoging bij aan de binnenkant, om je enkel te corrigeren. En omdat je bekken links duidelijk lager staat, doe ik twee millimeter onder de hiel.”
Een kwartier later krijg ik twee dunne, halve zolen aangereikt. „Alsjeblieft. Ik maak de eerste keer nooit hele zolen. De rand aan de voorkant heeft namelijk een functie: daarmee prikkel ik. Een ander voordeel is dat een halve zool in praktisch elke schoen past. Draag ze altijd in schoenen met een vlakke binnenzool. Als je dit soort millimeterdunne zooltjes in schoenen met een voetbed stopt, hebben ze minder en misschien zelfs wel een tegengesteld effect.”
Het resultaat bij Toine: „Ik heb geen rugpijn meer”
Toine de Graaf: „De eerste weken op ‘proprioceptieve’ zolen zijn me erg meegevallen. Alleen als ik langer dan een half uur had gelopen, voelde ik spierpijn. Mijn oorspronkelijke klachten zijn snel verminderd. De pijn in mijn knie speelt nu alleen nog op als ik eens een keer níet op de zolen heb gelopen. Van lage rugklachten heb ik geen last meer gehad.
Na zo’n drie maanden vond het eerste controle-consult plaats. Hierbij constateerde podo-posturaal-therapeut Martin Koelman dat de zolen werken. Bij het onderzoek op blote voeten bleek dat mijn lichaamshouding is verbeterd. Om dit door te zetten, heeft Martin nieuwe zolen voor me gemaakt met een extra verhoging.”
Podo-posturaal-therapie corrigeert de houding met inlegzolen
Podo-posturaal-therapie is een houdingscorrigerende therapie door middel van inlegzolen. De podo-posturaal-therapeut lijkt misschien een nieuwkomer op de zolenmarkt, maar er is alleen sprake van een nieuwe beroepstitel. Podo-kinesiologen en -orthesiologen noemen zich na een fusie van hun beroepsverenigingen voortaan podo-posturaal-therapeuten.